Met stokoude eik de Regge op
DOOR REGIEN KLEIN HEGEMAN
ENTER
Op scheepswerf De Enterse Waarf' ligt de 250 jaar oude eik al klaar. Niet volledig in één stuk, maar gezaagd in dikke planken van wel 15 meter lang. Over twee jaar ligt de boom, afkomstig uit Denemarken, als Enterse Zomp in het water. Of dat allemaal gaat lukken is de vraag. "Er is eigenlijk geen geld", legt scheepsbouwmeester Tonnie Kerkhof uit. "We hebben noodgedwongen de reservepot aan moeten spreken. Willen we dit voortzetten en de werf behouden dan moet er wel wat gebeuren. De bezoekers willen wat te kijken hebben."
Samen met schipper Bert Meijer en zes andere vrijwilligers is Kerkhof ruim een maand geleden begonnen. In de werkplaats ligt de bodem van de zomp op één meter hoogte te rusten op stellingen. De sterk doordringende geur van gebrand eikenhout vult de ruimte. "We zijn de voor- en achterkant van de planken aan het branden. Van onder sprayen we de planken in met water en van boven verhitten we juist. Een techniek die vroeger ook gebruikt werd."
Schipper Bert Meijer brengt de kromming aan in de zomp door middel van een gasbrander. Ondanks dat de organisatie met een krappe portefeuille te kampen heeft wil De Enterse Zomp de gloednieuwe, vierde boot voltooien.
Het 14 meter lange gevaarte, goed voor zo'n 25 passagiers, neemt bijna de volledige werkplaats in beslag. Het kan allemaal net. Aan de muur hangen de tekeningen van de zomp. Op een grote tafel liggen bouwtekeningen waar vanaf de mannen werken. Geen afmetingen, maar vakken op schaal getekend. Verder een overzicht met het ijzerwerk. Alles in 1984 ontworpen door G.J. Schutten. "We gebruiken dezelfde tekening als die van de eerste zomp. Deze ligt in Rijssen en moet een keer vervangen worden. Vandaar dat we ook begonnen zijn met de bouw van deze boot." Het is de vierde boot die ze maken. Twee volle dagen in de week zijn de zompenbouwers aan het zagen, meten, branden, stomen en hameren. "Als alles opgebouwd is dan komt de schilder erbij. De boot moet minstens zes keer gelakt en geschuurd worden om waterdicht te worden", vertelt Kerkhof. "Daar gaat enorm veel werk inzitten." Niet alleen de vele uren kosten een hoop geld. Voor het materiaal is destichting zo'n 80.000 euro nodig. "Een goede eikenboom inclusief vervoer kost al gauw 12.000 euro."
"Het hout van de boom moet kwalitatief goed zijn. De lengte minimaal 15 meter. En voordat de goede boom is gevonden gaat er veel tijd overheen. We hebben vorig jaar voorjaar een bestelling gedaan bij onze contactpersoon in Harlingen. Hij vond een paar maanden later een passende eik in Denemarken. Met een koninklijk tintje", vertelt Kerkhof. "Deze grote eik stond op een landgoed van een kasteel en was omgewaaid." Toen de boom in de zagerij in Nederland lag zijn Meijer en Kerkhof afgereisd naar Harlingen. "Dat blijft een spannend moment. Bij het omvallen van een boom is het altijd de vraag of het hout van binnen geen breuk heeft opgelopen. Daar kom je pas bij het zagen van de planken achter."
Gelukkig voldoet het imposante exemplaar aan de eisen. In oktober 2014 kon de reis naar Enter voltooid worden. Buiten op de parkeerplaats liggen onder golfplaten al een jaar lang dikke planken hout. "Te drogen", zegt Meijer. "Het hout moet winddroog zijn. Totdat Tonnie het sein geeft dat de vochtigheid zo'n 15 á 20 procent is. Daarna gaan de 15 meter lange planken die gebogen moeten worden in de stoomkast. Niet zoals vroeger, met gewichten en vuur eronder. Dat is te veel gedoe. Zo kan het ook."
Ondertussen zijn drie mannen in de werkplaats bezig met het bewerken van grenen pennen. Oftewel houten nagels. "En in zo'n nagel komen weer kleine vierkante palletjes die als extra houvast dienen." Echt vakmanschap. Het lastigste werk begint pas volgend jaar voorjaar. Dan worden de krommers geïnstalleerd. "In tegenstelling tot vroeger bouwen wij eerst noodspanten. Dat is tijdrovend, maar wij hebben meer tijd dan ze vroeger hadden. Zodra die zitten bouwen we de zijkanten op. Met mallen houden we de delen bij elkaar. Zodra dat allemaal stevig zit halen we de noodspanten eruit en bevestigen we de werkelijke krommers."
Maar voordat het allemaal zo ver is... En of het allemaal financieel haalbaar is. "Het zou zonde zijn als de boel stil komt te liggen. Dan verlies je inkomsten van het publiek. En die inkomsten hebben we hard nodig", vinden beide heren. Want behalve de nieuw te bouwen boot liggen er ook al tekeningen klaar voor een erfgoed educatief centrum dat aan de overkant van de werkplaats gebouwd moet worden. "We willen behalve met de boottochten die we al organiseren graag nog meer publiek trekken. Zo behouden we het cultureel erfgoed. Daarmee krijgen we ook opslag- en meer werkruimte. Dat is nu allemaal niet of erg beperkt."
Genoeg wensen dus van de zompenbouwers uit Enter en omstreken. "We moeten doorgaan! Vooral ook om de mensen de natuur op een unieke manier te laten beleven. Vanaf een stille zomp die over de meanderende Regge vaart", aldus Bert Meijer. "Dat is genieten." De oude, grote eik die tot zomp wordt omgetoverd stond eerder bij een kasteel in Denemarken.
De Regge is een regenrivier die vroeger al het water opving en als riool gebruikt werd. Nu is zij helder en zo schoon dat zelfs het ijsvogeltje weer is te zien.
Wie kent niet het woord overtoom? In de Regge passeert de zomp twee stuwen met hulp van overtomen, een lorrie waar de zomp opvaart en naar de andere kant getrokken wordt.
De Regge was wat nu de A1 is, dé levensader van Twente naar de Hanzesteden Zwolle en Kampen. 200 jaar geleden voeren hier honderden Enterse zompen en nu weer drie.
De zomp is een eikenhouten platbodem van ± 12 meter lang met fokzeil en grootzeil. Een fantastisch zeilschip en goed bestuurbaar en zeer geschikt voor ondiep water.