Volkskrant 14-10-1984

Plan om oeroud scheepstype te herbouwen enthousiast ontvangen

De zomp moet weer varen op Overijssels water

Van onze verslaggever, Hans Kops.

NIJVERDAL - “De zomp moet weer varen”. Dat vinden veel mensen in westelijk Overijssel sinds de Nijverdaller Dirk Nolles (47) schepengek bij uitstek, vorig jaar aan de slag ging om dit oeroude Oost-Nederlandse scheepstype weer tot leven te wekken.

Sinds de tweede wereldoorlog is er een groeiende belangstelling voor historische Nederlandse platbodems als schouwen, tjalken en akers. Ook in verenigingsverband, maar de zomp is daar niet bij. In het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen waar veel oude schepen zijn te bewonderen is de zomp ook niet te vinden. Toch voer dit Overijsselse scheepstype nog in de eerste helft van deze eeuw ook op dit tot IJsselmeer geworden water. Tot omstreeks 1850 waren de zandwegen niet geschikt voor snelle of omvangrijke transporten. Karen trokken diepe sporen, die bij regen volledig vol liepen en de zogeheten “hessenwegen” (*zie verklaring onderaan pagina) in oostelijk Nederland onbegaanbaar maakten. Daarom was  de scheepsvaart op de binnen-rivieren als Overijsselse Vecht, Berkel, Regge, Dinkel en Schipbeek toen belangrijk. Bij de scheepvaart vervulde de zomp als handig en functioneel vaartuig een hoofdrol. De platbodem stak niet diep (wat handig was bij weinig water), was wendbaar als een surfplank en kon twaalf ton laden. Heel wat vrachten Bentheimer zandsteen of taai eikenhout kwamen in die tijd per zomp uit Duitsland naar Nederland. De zomp (of sompe of pegge) was een uitvinding van de scheepsbouwers van Enter, een dorp in westelijk Overijssel. Het was wat overdreven gezegd, een schip dat kon varen waar geen water was. Over de zomp valt bijvoorbeeld te lezen in het boek “Varen waar geen water is” waarin drs. G. Schutten veel vertelt over de scheepvaart ten oosten van de IJssel tussen 1300 en 1930. En in “Schepen die verdwijnen” kan men onder het hoofdstuk “Schepen uit Overijssel en omgeving” gewaar worden dat “in deze merkwaardige landstreek een typische schepenfamilie bestond, van klein tot groot in dezelfde stijl gehouden”. Volgens de auteur Mr. P. Sopers is van die familie de “open zomp of Reggezomp wel het merkwaardigste en origineelste schip dat in Nederland bestaat”. Het boek van Sopers verscheen in het begin van deze eeuw want sinds 1914 bestaat er geen zomp meer.

Granaat

De “Recht door zee” is in 1942 in het openluchtmuseum gekomen. In dat jaar werd de laatste zomp die in 1939 zijn laatste tocht had gemaakt op het IJsselmeer, in het openluchtmuseum te Arnhem door een verdwaalde granaat uit elkaar geslagen. “Recht door zee” heette dit schip van Jans ten Berge dat bij die laatste tocht in stormweer terecht kwam, waardoor Dirk ter Waal overboord sloeg en verdronk. De brokken die de granaat had overgelaten kwamen na de oorlog terecht in het Zuiderzeemuseum dat ze na een expositie in het Deldens kasteel Twickel in 1980 in bruikleen afstond aan de gemeente Rijssen. De eiken scheepsbrokken liggen daar nu op een zijzolder van de gerestaureerde pelmolen.

De zomp is een heel oud scheepstype. In 1674 werden op de Regge zo’n zestien zompschippers geteld, die behalve eikenhout en Bentheimer blokken, klompen uit Enter en jute uit Rijssen vervoerden. Omstreeks het midden van de vorige eeuw telde Enter nog tachtig schippers. De scheepvaart op de oostelijke binnen-rivieren is daarna door het transport over land overvleugeld en nu verdwenen. Een echte zomp was ook een soort kunstwerk, gemaakt van eiken planken uit één stuk, gekromd door ze boven een vuur-ton te houden. Dat klinkt veel eenvoudiger dan het was. De verschillende onderdelen van het schip werden gedeuveld: de scheepstimmerman sloeg houten pennen in daarvoor bestemde gaten en boven in die houten pennen weer een soort wig. Door zijn rankheid was de zomp snel, zo snel dat hij in de vorige eeuw van zeilwedstrijden in Friesland werd geweerd.

Initiatiefnemer D. Nolles in de laatste zomp in de pelmolen in Rijssen

Terug naar Nijverdaller Dirk Nolles. Hij zag de resten van de “Recht door zee” bij een bezoek aan de gerestaureerde pelmolen in het naburige Rijssen. Zijn schippershart begon sneller te kloppen. Nolles: “Ik gaf destijds zeillessen in Giethoornse punters. Leerde botenbouwer Wildeboer daar kennen, die zo’n zes typen punters bouwt en bijvoorbeeld ook nog de bok een eikenhouten vrachtboot, in gebruik bij boeren. Ik vroeg hem of hij eens naar Rijssen wilde komen om de resten van de zomp te bekijken. De volgende vraag: was zou jij aan de hand van die restanten en tekeningen zo’n zomp kunnen nabouwen? Hij had er wel oren naar, want het is net zo’n enthousiasteling als ik. Er kwam publiciteit over in de regionale kranten.”

Bijval

Vorig jaar was de raming voor een zo origineel mogelijk na te bouwen zomp ƒ 60.000. Door regionale publicaties kreeg Nolles bijval van streekgenoten. Een fabriek stelde ƒ 5000 in het vooruitzicht. Een man in Nijverdal van over de tachtig, met in zijn tuin een imposante eik, liet weten dat die eik gebruikt mocht worden. Nolles zocht contact met Oversticht in Zwolle, een instelling die zich met het behoud van monumenten bezighoudt. Onlangs ging een brief naar het Zimmermanfonds van de ANWB, dat donaties of leningen verstrekt voor toeristische of recreatieve objecten. De lijst van geïnteresseerde particulieren groeit. Nolles: "Het gaat er nu om hoe je het verder moet aanpakken. Het is een duidelijk dat met mij velen vinden dat de zomp weer moet varen. Wildeboer wil een exemplaar bouwen. Ik heb contact met de gemeente Wierden, Rijssen en Nijverdal. Er zal een stichting of vereniging moeten komen om geld in te zamelen en te beheren. Wildeboer heeft twee tot drie maanden nodig om een zomp te bouwen”.

Rijssen heeft intussen bij de pelmolen en in directe verbinding met de Regge een ligplaats aangeboden. Daarop is in Enter een actiecomité gevormd dat vind dat als er weer een zomp gaat varen, deze in Enter thuishoort. Nolles vindt die rivaliteit van buurdorpen wel leuk. Voor hem is het voornaamste dat de zomp herleeft. Waar zo’n nieuw-oud schip ligplaats krijgt is hem om het even.

* Hessenweg. De naam zou kunnen verwijzen naar  kooplieden die afkomstig waren uit het Landgraafschap Hessen-Kassel of omgeving. Het zou ook een verbastering van hers kunnen zijn, dat paard betekent. Hessenweg is dan paardenweg. Anderen menen echter dat de naam verwijst naar het gebruik van de breedsporige hessenkarren en dat er geen verband is met de kooplieden uit Hessen. 

Laatste nieuws

VOOR MEER NIEUWS >>

Varen waar geen water is

ZOALS HET GING EN ZOALS HET GAAT

De Regge

De Regge is een regenrivier die vroeger al het water opving en als riool gebruikt werd. Nu is zij helder en zo schoon dat zelfs het ijsvogeltje weer is te zien.

Lees verder

Overtoom

Wie kent niet het woord overtoom? In de Regge passeert de zomp twee stuwen met hulp van overtomen, een lorrie waar de zomp opvaart en naar de andere kant getrokken wordt.

Lees verder

Geschiedenis

De Regge was wat nu de A1 is, dé levensader van Twente naar de Hanzesteden Zwolle en Kampen. 200 jaar geleden voeren hier honderden Enterse zompen en nu weer drie.

Lees verder

De Zompen

De zomp is een eikenhouten platbodem van ± 12 meter lang met fokzeil en grootzeil. Een fantastisch zeilschip en goed bestuurbaar en zeer geschikt voor ondiep water.

Lees verder