Uit Tubantia 25-04-2023
Twents familiebedrijf Van Egmond 275 jaar oud en ging van zomp naar truck
DE NIJVERDALSE ZOMPENSCHIPPERS BERT HUIZING (RECHTS) EN WILLEM FLIM.
LENNEKE LINGMONT 25-04-2023 Tubantia
Vroeger was de Regge de snelweg voor het vrachtvervoer. Maar overstromingen zorgden soms ook voor de 'grootste binnenzee van ons land'. Ploeterende zompenschippers verbonden de regio vele decennia met de wereld. Zo ook de familie Van Egmond uit Nijverdal, inmiddels al bijna 275 jaar transporteur in hart en nieren.
HAN HAVEMAN
De Nijverdallers Willem Flim en Bert Huizing zijn moderne zompenschippers. Met De Schuttevaer, een replica van een Enterse zomp, maken ze vanaf het botenhuis achter de ijsfabriek Ben & Jerry's in Hellendoorn vaartochtjes over de nu weer meanderende Regge. Onderweg vertellen ze hun gasten van alles over het Reggedal, de Regge, de zomp en de betekenis van deze platbodem voor de regionale economie. Geen sterke verhalen of visserslatijn. Maar ze zijn wel steeds op zoek naar nieuwe verhalen en naar de nog ontbrekende stukjes. Soms stuiten ze daarbij onverwachts op 'een goudmijn'. Neem Jack van Egmond, die plaatselijk vooral bekend staat als luchtvaartpionier en Spitfirepiloot, maar hij is ook een telg uit een bekend zompengeslacht. Een Nijverdaller (77) met een messcherp geheugen.
Film: "Wij wisten dat in 1939 de laatste zomp van Nijverdal naar Enkhuizen is gevaren, maar niet dat het om een schip van de familie Van Egmond ging. Deze Regt door See kwam op de Zuiderzee in een zware storm terecht. Daarbij is een bemanningslid overboord geslagen en verdronken. De gehavende zomp keerde nimmer huiswaarts, maar kwam eerst in het Zuiderzee Museum in Enkhuizen en daarna in het Openluchtmuseum in Arnhem terecht, waar het in 1942 zwaar beschadigd raakte door een bombardement."
Replica's
De restanten van deze zomp zijn gebruikt bij het ontwerpen van de replica's op de Enterse Waarf.
Flim: "Er waren geen bouwtekeningen van een zomp. Om de juiste afmetingen en vorm te krijgen is heel goed naar dit wrak gekeken. De restanten liggen sindsdien in het zompenmuseum in Enter."
Huizing vult aan dat aannemer Dik Wessels in 1984 de eerste Enterse zomp wel wilden financieren, maar daaraan twee voorwaarden verbond. "De zomp moest absoluut een ligplaats in Rijssen krijgen en met het schip moest ook worden gevaren. Daarom ligt de eerste Enterse zomp, die Regt door See werd gedoopt, niet in Enter, maar bij de Pelmolen in Rijssen."
Ko van Egmond, de betovergrootvader van Jack, verhuisde in 1750 van IJsselstein naar Vriezenveen en nam daar het failliete transportbedrijfje Roelofs over. Die vervoerde allerlei goederen over de Regge zoals turf, hout, granen en levensmiddelen. Daarvoor werd een praam gebruikt, ook wel pot genoemd. Scheepjes zonder veel diepgang, want het waterpeil van de Regge was vaak erg laag. Potten werden voortbewogen door te bomen of ze werden voortgetrokken.
Vijf haventjes
DE TJALK VAN VAN EGMOND DIE LATER ALS SKÛTSJE IN GROUW WERD GEBRUIKT.
JACK VAN EGMOND 25-04-2023 Tubantia
Van Egmond vestigde zich langs de Regge nabij de weg Almelo-Zwolle, dicht in de buurt van de plek waar later de textielfabriek van Thomas Ainsworth werd gebouwd en Nijverdal ontstond. De binnenvaart op de Regge maakte in die jaren daarna een stormachtige groei door en op een bepaald moment telde Nijverdal vijf binnenhaventjes. Huizing: "Ook dat was voor mij een onbekend en bijzonder weetje."
Jacks overgrootvader Cornelis legde de basis voor het feitelijke transportbedrijf Van Egmond. Hij kocht in 1830 zijn eerste Enterse zomp, later gevolgd door nog een zomp en een tjalk. Ook enkele pramen behoorden tot zijn vloot. In de droge periodes waarin varen op de Regge niet of nauwelijks mogelijk was verdiende Cornelis zijn brood als hulpveldwachter in de gemeente Hellendoorn.
Rijkdom
Door de groei van de textielnijverheid in Twente in het algemeen en die in Nijverdal in het bijzonder ging het de Van Egmonds voor de wind. "Ze behoorden in die tijd zeker tot de rijken van het dorp, maar ze lieten dat nooit merken. Dat paste niet in hun aard en dat is ook nu nog het geval", zegt Jack van Egmond.
Met de verbetering van het landelijke wegennet en de opkomst van de trein verminderde het belang van de dan inmiddels gekanaliseerde Regge als transportroute. Bij Van Egmond werden de bakens langzaam maar zeker verzet. De zompenvaart liep op z'n einde. in 1925 werd de eerste vrachtwagen gekocht en de twee zompen werden voorzien van motoren uit een T-Ford.
Skûtsje
Jack van Egmond: "De laatste schipper van Nijverdal was mijn oom Gerrit, Gait. Hij verkocht zijn tjalk in 1952. Het schip is later gebruikt als skûtsje in Grouw. Zijn laatste motorboot, ook een Regt door See, werd in 1963 verkocht en ligt tegenwoordig in Dedemsvaart." Sindsdien legt Van Egmond Transport, dat is gevestigd op industrieterrein 't Lochter in Nijverdal, zich uitsluitend toe op het vervoer over de weg.
De Regge is een regenrivier die vroeger al het water opving en als riool gebruikt werd. Nu is zij helder en zo schoon dat zelfs het ijsvogeltje weer is te zien.
Wie kent niet het woord overtoom? In de Regge passeert de zomp twee stuwen met hulp van overtomen, een lorrie waar de zomp opvaart en naar de andere kant getrokken wordt.
De Regge was wat nu de A1 is, dé levensader van Twente naar de Hanzesteden Zwolle en Kampen. 200 jaar geleden voeren hier honderden Enterse zompen en nu weer drie.
De zomp is een eikenhouten platbodem van ± 12 meter lang met fokzeil en grootzeil. Een fantastisch zeilschip en goed bestuurbaar en zeer geschikt voor ondiep water.