Scheepvaartkrant week 38-39 2023
De meanderende Regge vereist stuurmanskunst van Frans Poelman - vrijwilliger, schipper en gedreven verteller.
Enter? Waar ligt dat? Een voetballiefhebber zal misschien direct 'Enter Vooruit' in herinnering hebben - deze voetbalclub die speelt in de eerste klasse. Enter is een lieflijk dorpje in Oost-Nederland, vlakbij Almelo. Als je er nu een bezoek brengt, kun je je nauwelijks voorstellen hoe het er in het jaar 1800 uitzag. Toen waren er wel drie scheepswerven gevestigd, woonden er meer dan tachtig schippers en voeren 125 zompen - een platbodem die gebouwd was voor het vervoer van graan, tarwe, turf, boomstammen, huisraad en meer - naar de welvarende Hanzesteden Kampen, Deventer, Zwolle en verder naar Groningen en Delfzijl of via Lemmer naar Sneek.
TRUIJS DEN HARTOG
De boerengemeenschap Enter wilde meeprofiteren van de welvaart in de relatief dichtbij gelegen Hanzesteden, die vanaf de 13de eeuw floreerden in het oosten en noorden van het land - toen Rotterdam en Amsterdam nog kleine dorpjes waren. De eerste die bedacht dat met een aan de omstandigheden aangepast schip met meer laadcapaciteit dan een paard en wagen een goede verbinding tot stand gebracht kon worden tussen Enter en de rijke Hanzesteden, was een kleine agrarische ondernemer ter plaatse.
Zonder bouwtekening is hij aan de slag gegaan met geïmporteerd hout uit Denemarken en met hout van bomen uit de omgeving dat geschikt was voor scheepsbouw. Met een stevige bodem, met liggers en spanten, een rechte voorsteven die naar beneden schuin afloopt naar de laadvloer en afneembare zijboorden, voldeed het schip goed in het zompige gebied rond Enter. Het gebied dat in de zomer te droog was, de wegen zanderig en rul maakte en in de winter onderwater liep. Dat de naam zomp hiervandaan komt, is waarschijnlijk maar niet zeker.
Met de komst in de 19de eeuw van het Overijsselsch kanaal van Zwolle naar Almelo, de spoorlijnen en de verharding van de wegen hadden tot gevolg dat de zompen niet meer economisch rendabel waren. Toen In 1875 schipper Van den Berg opdracht gaf voor de bouw van een nieuwe zomp op het moment dat de scheepvaart al sterk achteruit ging, werd de schipper gevraagd waarom in deze tijd nog een nieuw schip?, luidde zijn antwoord kort: “ik will freej wéén”, ik wil vrij zijn. Schipper Van den Berg heeft gevaren tot 1937.
Zijn schip, de Regt door Zee, is tenslotte terecht gekomen in het Openlucht Museum Arnhem, waar tijdens de Operatie Market Garden in 1944 een granaat op het middenschip viel. De voor- en achtersteven waren nog slechts intact. De resten zijn overgebracht naar het Zuiderzeemuseum Enkhuizen. Over de verdwenen wereld van de scheepvaart ten oosten van de IJssel tussen 1300 en 1930 is intussen een prachtig boek geschreven: "Varen waar geen water is” van drs. G.J. Schutten.
De zomp herboren
In 1984 is het idee ontstaan de Enterse Zomp nieuw leven in te blazen. De Regionale Stichting Enterse Zomp werd opgericht. De voor- en achtersteven uit het Zuiderzeemuseum zijn destijds overgebracht naar scheepsbouwer Wildeboer in Giethoorn. In april 1986 is de nieuwe Regt door Zee te water gelaten in de haven bij de Pelmolen te Rijssen. De bouw in 2009 van de scheepswerf De Enterse Waarf heeft de wedergeboorte van de zomp in een stroomversnelling gebracht. In 2011 is De Vriendschap te water gelaten en in 2014 De Schuttevaer. Daarna is er een zomp gebouwd die in 2019 is verkocht aan Dalfsen die ermee op de Vecht vaart. Met de opbrengst van de verkoop is onder meer het educatief Ontdek & Doe-centrum gebouwd naast de scheepswerf. En nu ligt de nieuwste zomp klaar, ter vervanging van de Regt door Zee om naar Rijssen vervoerd te worden, waar het schip komt te liggen naast de Pelmolen. Gedurende twee jaar, gemiddeld twee dagen per week is er aan gewerkt door zeven vrijwilligers. Het roer en de zwaarden zijn gemaakt door studenten van ROC Twente.
De Enterse Waarf is het centrum van de zomp voor nieuwbouw, restauratie en onderhoud, dat allemaal door de 95 vrijwilligers wordt gedaan. Nu ligt het schip er prachtig in de lak bij, met alle oorspronkelijke details, maar wel met vol-elektrische voortstuwing door lithiumbatterijen. De banken aan de zijkanten binnenboord in de laadruimte zijn nu bestemd voor de toeristen.
Regge, de A1 van lang geleden
In de 13de eeuw was er al sprake van scheepvaart op de Regge. In de hoogtijdagen van de Hanzesteden was het de A1 van die tijd met druk scheepvaartverkeer, totdat in de 20ste eeuw de Regge volkomen aan haar lot werd overgelaten. In 2017 is gestart met de herinrichting van de Regge. Nu de oude loop van de Regge in ere hersteld is en door natuurgebied meandert, vaart de prachtig onderhouden De Vriendschap met toeristen tot het niet verder gaat door afstuiting. Tussen de Regge en de Vecht zijn meerdere stuwen geplaatst.
Ten minste één keer per jaar vertrekt de zomp via de Vecht naar Giethoorn, om daar te gaan zeilen op de Beulaker. Een hele operatie. Het schip gaat op de trailer en wordt door een tractor van een plaatselijke boer over de weg vervoerd. “Prachtig om te ervaren wat een fantastische zeileigenschappen het schip heeft," zegt voorzitter Herman ter Avest, die terecht trots is op wat de Regionale Stichting Enterse Zomp met de talloze vrijwilligers in stand weet te houden.
Vrachtvaart over de Regge
De zomp vervoerde naast turf ook steen uit Bentheim, een stevige zuivere zandsteen dat onder meer gebruikt is voor de bouw van het Paleis op de Dam en van de Haarlemmerpoort in Amsterdam. Het steen werd vervoerd naar Zwolle en daar overgeladen op schepen die meer bestand waren tegen de hoge, korte golfslag op de Zuiderzee. Soms is het schip de zee overgestoken naar Amsterdam, maar dat was niet standaard. Een andere lucratieve bestemming was Friesland. De reis ging vanaf Zwolle onder de kust door naar Lemmer. De lading naar Friesland bestond meestal uit klompen. Enter stond en staat nog steeds bekend om de goede kwaliteit klompen die er gemaakt worden. Op de terugweg werden Friese klokken en kabinetten meegenomen met de blauwe vazen erbij. De bouw van de jutefabriek in Rijssen gaf een andere winstgevende lading van kolen en grondstoffen naar de fabriek en de jute zakken naar Friesland, evenals de opkomst van de textielindustrie in Twente zorgde voor gunstig geprijsde vrachten katoen. Eeuwenlang werd zo gevaren waar men nauwelijks bevaarbaar water zou verwachten. Nu kan jong en oud in de zomp weer kennismaken met de meanderende Regge.
De pas afgebouwde zomp ligt klaar voor vertrek, met links een luisterende voorzitter Herman ter Avest.
Foto’s Truus den Hartog
De Regge is een regenrivier die vroeger al het water opving en als riool gebruikt werd. Nu is zij helder en zo schoon dat zelfs het ijsvogeltje weer is te zien.
Wie kent niet het woord overtoom? In de Regge passeert de zomp twee stuwen met hulp van overtomen, een lorrie waar de zomp opvaart en naar de andere kant getrokken wordt.
De Regge was wat nu de A1 is, dé levensader van Twente naar de Hanzesteden Zwolle en Kampen. 200 jaar geleden voeren hier honderden Enterse zompen en nu weer drie.
De zomp is een eikenhouten platbodem van ± 12 meter lang met fokzeil en grootzeil. Een fantastisch zeilschip en goed bestuurbaar en zeer geschikt voor ondiep water.